Wat was jouw goede voornemen dit jaar? Gezonder eten, meer sporten, vroeger naar bed, minder werken of juist meer? Of wilde je meer lezen en minder tv kijken of iedere dag mediteren?
Wat het ook was, de kans is groot dat je aan het eind van januari de hoop alweer hebt opgegeven. En dat is jammer. Want als je het slim aanpakt dan kun je wel degelijk je gedrag veranderen en een nieuwe gewoonte aanleren.
Dat is namelijk wat je doet als je je wel aan je goede voornemen houdt: je leert een oude gewoonte af door er een nieuwe voor in de plaats te zetten. Ook dat gaat dus niet vanzelf, maar met deze tips wordt het wel een stuk gemakkelijker.
1. Beperk je tot 1 nieuwe gewoonte per keer
De meeste mensen die ik coach, willen hun hele leven verbeteren. Productiever zijn, meer focus krijgen, een betere balans werk/privé: allemaal zaken die meerdere aspecten omvatten. Maar als je iets wilt veranderen, doe je dat het beste door per keer 1 ding te veranderen en niet meteen 20.
De reden: het kost echt wel wat wilskracht en die is op voordat je het weet. Spring er dus zuinig mee om en beperk je tot een gewoonte per keer. Heb je die enigszins onder de knie (oftewel: het al een beetje een gewoonte geworden) dan kun je er een andere aan toevoegen.
Hoe lang dat duurt? Het verschilt van per persoon tot persoon, maar gemiddeld schijnt het zo’n 20 herhalingen te vergen. Oftewel 3 weken, als je iets dagelijks doet.
Omdat je vast niet zo veel geduld hebt (zeker niet met jezelf), adviseer ik je om 1 gewoonte per 2 weken toe te voegen. En dat voorlopig te beperken tot maximaal 4 gewoontes, totdat die er echt in zitten. Meer info vind je in de Habit Tracker, die je hier gratis kunt downloaden.
2. Zet hele kleine stapjes
Succesvol iets nieuws aanleren, gaat een stuk sneller als het iets heel kleins is dat gemakkelijk te implementeren is. Een grotere verandering is gewoon lastiger voor je lijf en je brein. Hoe gemakkelijker die kunnen wennen aan de verandering des te steviger de nieuwe gewoonte verankerd wordt.
Neem jezelf dus niet voor om meteen anderhalf uur vroeger te gaan slapen, want als je normaal gesproken pas om half 12 gaat slapen ben je om 10 uur nog helemaal niet moe. Maar als je je bedtijd iedere week of 2 weken met een kwartiertje vervroegt, lukt het waarschijnlijk een stuk beter.
Ook al duurt het dan langer voordat je nieuwe gewoonte ingesleten is, uiteindelijk is je kans van slagen een stuk groter. En daar draait het uiteindelijk om.
3. Zorg voor feedback
Kortom: het loont in dit geval om geduldig te zijn. Maar omdat je brein nou eenmaal heel erg gevoelig is voor beloning en zo’n lange termijn beloning niet echt aantrekkelijk is, doe je er goed aan ook daar een trucje voor te verzinnen. De oplossing: iedere dag bijhouden hoe het gaat.
Gebruik een app, habit tracker of je bullet journal om je vorderingen bij te houden. Het motiveert om iedere dag dat kruisje te kunnen zetten, zo geef je jezelf iedere dag een schouderklopje.
Weet je niet hoe je een habit tracker moet maken? Download dan hier de mijne.
4. Hou vol
Tot slot: laat je niet ontmoedigen. Dat je af en toe eens een keertje overslaat, wil niet zeggen dat het een hopeloze zaak is geworden. Hoe vaker je je nieuwe gewoonte uitvoert, des te steviger hij wordt. In zo’n geval pak je draad gewoon weer op en ga je vrolijk verder.
Mocht je merken dat je wel heel vaak overslaat, dan doe je er trouwens goed even te evalueren. Want misschien is de nieuwe gewoonte toch te ambitieus, een te grote stap of wil je te snel te veel nieuwe dingen doen. Stel je gewoonten dan zo bij dat je ze kunt volhouden.